HEEM-partners aan het woord: Kollektif

Blog

Groene ruimte, om in te ontspannen én als buffer tegen hitte en droogte, kreeg de voorbije jaren eindelijk de aandacht die het verdient. En daar is het team van Kollektif allesbehalve rouwig om. De landschapsarchitecten zagen deze (r)evolutie echter aankomen en bieden daar met hun ontwerpen een antwoord op. We spraken met Björn Bracke – één van de twee oprichters van Kollektif – over hun visie op groen en hoe je het specifiek aanpakt in cohousingprojecten. Ze zitten namelijk aan het roer voor onze komende projecten Seir en Ferm.

 

Het team van Kollektif telt 5 medewerkers, waaronder jij en Joke Vande Maele als oprichters. Bestaat er zoiets als een gemeenschappelijke Kollektif-stijl?

“We proberen meestal om een soort van zichtbare handtekening neer te zetten. Je kunt het omschrijven als verwilderde strakheid. Een modernistisch en strak ontwerp, maar de ingrediënten zijn natuurlijk met een Scandinavische feel. We werken met grids en strakke vormen, die we dan invullen met bloemenweiden, heestergroepen en bomen.”

“Bovenop de naturalistische invulling van het groen, proberen we altijd de natuurlijke vorm, textuur en kleur van materialen te tonen. We proberen doorgaans om kunstmatige behandelingen, kleuren of materialen te vermijden. “

 

Groene buitenruimte is cruciaal voor mensen. Enerzijds om een plek te hebben waar je op adem kunt komen, anderzijds als buffer tegen droogte en hitte. Hoe hebben de voorbije jaren een invloed gehad op de vragen die jullie voorgeschoteld krijgen?

“Je kan wel stellen dat er een revolutie gaande is. Maar de bewustwording over groen binnen een stedelijke en peri-urbane (waar de grens tussen stad en platteland vervaagt) context is al veel langer gaande. Je merkt wel dat het draagvlak voor meer bomen in tuinen en steden toeneemt. Net als voor groen in, tegen of op gebouwen.”

“We merken ook dat we de vraag krijgen voor parken en tuinen op plekken waar het vroeger niet mogelijk was. Mensen zijn de voorbije jaren namelijk veel dichter bij huis op zoek gegaan naar inspirerend en waardevol groen. Ze kregen meer oog voor fauna en flora in hun leefomgeving.”

 

Jullie gaan aan de slag als tuinarchitecten voor cohousing SEIR in Wetteren-Ten Ede. Wat spreekt jullie aan in dit project?

“Seir is, dat kan je wel stellen, in veel opzichten een bijzonder project. Zo is de historiek van de site erg bepalend voor ons ontwerp. We hebben onder meer de rationele logica van de tuinbouwcultuur, de strakheid van de serres, gebruikt om ons ontwerp extra kracht bij te zetten.”

“De grote schaal is ook een interessante uitdaging. Het geeft ons de mogelijkheid om de gemeenschappelijke buitenruimte op diverse manieren in te richten, zodat iedereen er een plekje kan vinden. Daarnaast biedt de autovrije ambitie van de Seir-site heel wat mogelijkheden. En tot slot: het is een locatie dicht bij ons kantoor, dus ons helemaal niet onbekend.”

 

Naast het ontwerp voor Seir zijn jullie momenteel ook bezig met de voorbereidingen voor Ferm. Wat maakt dit project boeiend?

“Het draait allemaal rond de karaktervolle, oude hoeve. Vanzelfsprekend heeft Ferm een andere charme dan een project als Seir. De gemeenschappelijke groenruimte is eerder een uitloper van de kleine tuintjes en dat zorgt voor een gezellige atmosfeer.”

 

Zijn Seir en Ferm jullie eerste kennismaking met cohousingprojecten?

“Voor een cohousingproject in Gentbrugge hebben we ooit een brochure samengesteld met schetsen van landschapsontwerpen. Dit werkten we uit samen met de bewoners, zodat ze er zelf mee aan de slag konden.”

”We hebben binnen dat project dus geen tuinen gerealiseerd, maar het heeft ons wel wat bijgebracht. Dat het belangrijk is om een gemeenschappelijke basis te leggen en toch voldoende individuele vrijheid te geven aan de bewoners. Het is zoeken naar een evenwicht om te vermijden dat er tuinschermen of andere ingrepen plaatsvinden die het uniforme beeld verstoren.”

Mensen zijn de voorbije jaren veel dichter bij huis op zoek gegaan naar inspirerend en waardevol groen.

Dat is het perfecte bruggetje naar de volgende vraag. Privacy is cruciaal voor het succes van cohousingprojecten. Hoe zullen jullie dit in jullie ontwerp voor Seir proberen te realiseren?

“We voorzien sowieso voor elke bewoner een private plek. Onze stelregel is: als je neerzit aan je terrastafel, dan heb je geen zicht op de gemeenschappelijke tuin. En wanneer je rechtstaat kan je net over de haag kijken. Het illustreert perfect hoe we die balans willen houden. Vanzelfsprekend tekenen we bijvoorbeeld ook geen paadjes in langs slaapkamers, maar voorzien we net op die plekken extra groen.”

 

De gemeenschappelijke tuin en faciliteiten zijn op hun beurt de plekken waar de bewoners elkaar kunnen ontmoeten. Hoe kan je via het ontwerp van het groen zorgen dat ontmoeting op die plaatsen gestimuleerd wordt?

“Voor het ontwerp van Seir hebben we geprobeerd om heel veel uiteenlopende plekken te voorzien in de tuinen. Zowel divers qua invulling (actief of rustig) als verschillend qua doelgroep (bv. jonge en oudere kinderen). We plannen twee schommels in de centrale tuin, dit zullen speelplekken zijn met voldoende sociale controle voor kleinere kinderen. De avontuurlijke groene speelruimtes springen minder in ‘t oog en zullen de iets oudere kinderen aantrekken.”

“Bovendien willen we die invulling ook aan de bewoners laten. Voor ons is het belangrijk dat informeel gebruik van die ruimtes zich spontaan kan ontwikkelen. Niet dat elke ruimte al meteen een bestemming toegewezen krijgt, zoals ‘hier moet gevoetbald worden’.”

 

Wanneer is SEIR voor jullie geslaagd?

“Eens de bewoners hun intrede maken, hoop ik dat ze de zorg opnemen voor ons ontwerp en dat ze het mee in stand houden. Maar ook dat er dingen worden toegevoegd en het ontwerp echt verder leeft. Dat ze aanvoelen hoe ze het concept, de strakheid van de serretuin en de natuurlijke zones rondom, moeten overnemen.”